
Atlal
In zijn eerste lange film roept Djamel Kerkar de herinneringen op aan de ‘donkere jaren’ van Algerije en botst daarmee tegen de spoken van zijn geboorteland, waar in de periode 1991-2002 meer dan 200.000 mensen omkwamen bij politiek geweld. Atlal opent met archiefbeelden en besneeuwde VHS-opnames die in 1998 werden gedraaid in Ouled Allal, een dorp dat toen het strijdtoneel was van het GIA (Groupe Islamique Armé) en het Algerijnse leger. Vervallen huizen, een landschap in totale vernieling… de dorpsbewoners maakten de verschrikking van nabij mee.
Djamel Kerkar keert 20 jaar later terug naar Ouled Allal om de geruïneerde levens van de bewoners te tonen. Daarbij kiest hij ervoor om alle tijd te nemen voor zowel de belichting als voor de ontmoeting zelf, meestal gefilmd in vaste shots. Beetje bij beetje nemen de gezichten en de verhalen vorm. De voorzichtig ontvouwde woorden schetsen verschillende verhalen van verschillende generaties. Tussen de woorden door laat het onuitgesprokene zich raden: de ruïnes en het failliet van een hele samenleving en de ontelbare frustraties van de jongeren die er moeten (over)leven.
FIDMarseille 2016 – Prix Premier Film et Mention Spécial du Prix du GNCR, Etats Généraux du Film documentaire de Lussas 2017
In aanwezigheid van de regisseur.
Djamel Kerkar
Prolégomènes, Centrale Électrique
Djamel Kerkar, Bilel Madi
Bilel Madi
Djamel Kerkar, Corentin Doucet